zaterdag 30 januari 2010

Vogels tellen (deel 2)

De trouwe bloglezer zal zich misschien afvragen wat de vogeltelling van vorig weekend opgeleverd heeft.

Op de tuinvogeltelling-website is te lezen dat er maar liefst 36909 tellers zijn geweest.
Met als resultaat: de Huismus op nummer 1 in de top 10 van 2010.
Dat is goed nieuws, want nog niet zo heel lang geleden werd bekend dat de vroeger zo alom tegenwoordige huismus met uitsterven bedreigd bleek te zijn. Ook anno 2010 staat de huismus, net als z'n neef de ringmus, nog altijd op de rode lijst.
Dit jaar werden 190.587 huismussen geteld, tegenover 113.227 vorig jaar.
Of het aantal huismussen daadwerkelijk is toegenomen óf dat het komt door een groter aantal tellers (en/of door beter opletten, verwarring met andere mussen, etcetera) kan ik zo gauw niet terugvinden.

De pimpelmees en roodborst die ons balkon wel eens bezoeken, staan op nummer 5 respectievelijk 10. De ekster en twee zwarte kraaien die op de bewuste teldag de boom tegenover ons balkon frequenteerden, staan niet in de top tien.

En wat was de stand, na een half uur vogels tellen op ons eigen balkon?

Ondanks deze gedegen voorbereiding:



en een optimistisch stemmend aantal vogels, die week ervoor, op de stoep aan de andere kant van onze flat:



... was het aantal vogels dat daadwerkelijk gedurende het tel-halfuurtje ons balkon bezocht, ondanks een strategische plaats binnenshuis van de teller... Nul.