maandag 19 april 2010

Haagsche Kakker



Nimweegs Marikenbrood, Hoornse Broeder, Zeeuwse Bolus, Bossche Bol, Drentse Turfjes, Twentse Krentenwegge...
Net zoals dè Nederlander niet bestaat, bestaat er ook niet hèt Nederlandse eten: er zijn wel duizenden, al dan niet lokale, soorten. Als 't er niet méér zijn.

Onlangs moest ik in Den Haag zijn, en ik bevond me ineens in de Reinkenstraat. Waar ik spontaan linksaf wandelde, naar binnen bij de bakkerij van Hans en Frans.

Nu ik daar toch was, bedacht ik om die avond het thuisfront eens te verblijden met een typisch Haags streekgerecht. Een idee, aangewakkerd door de torenhoge stapel van deze geel-met-groene dozen op de smalle toonbank.
Ik was benieuwd wat er nu eigenlijk in die veelbelovende dozen zat. Het winkelmeisje wist 't desgevraagd niet precies, behalve dan 'iets met krenten en brood'. Ook haar geraadpleegde collega moest het antwoord schuldig blijven. Dus ik nam de gok en ruilde mijn 11 euro in voor een Haagsche Kakker voor thuis.

Onderweg de geschiedenis - op de doos - van deze Kakker gelezen (klik op de foto voor een leesbare vergroting).
En eenmaal thuis ging het mes er in. Hij bleek best lekker, deze Haagsche Kakkâh volgens gehèm recep van Hansefrans. Pas na een paar reepjes krentenbrood ontdekten we de binnenkant: de overige ingrediënten (amandelen, honing en kaneel) zaten als een soort spijs-vulling midden in het royaal-bekrente brood.
Je kon hem drie weken bewaren. Hij was binnen één week op.

Geen opmerkingen: