En toen trad de winter in.
Vanmorgen had ik vrij en het lentezonnetje scheen, dus hóóg tijd om de moestuin weer eens te bezoeken.
Zo lang niet geweest. Spannend, dus, hoe de tuin er bij zou liggen.
Mijn angst dat alles door de regen en zon van de afgelopen dagen door onkruid overwoekerd zou zijn bleek onterecht. Het viel me alleszins mee! Het grootste gedeelte was gewoon aarde, en die paar graspolletjes lieten zich gemakkelijk uittrekken.
Van de groenten die ik eind herfst zo pardoes achterliet hadden verschillende deze strenge winter overleefd.
De snijbiet liep weer uit (net als de voorgaande jaren, hoezo eenjarig?!).
Stevige kleine spinazieblaadjes groeiden voorzichtig naar boven. De groene kool, die ik voor de winter bíjna oogstklaar achtergelaten had, was weliswaar voor 't grootste deel door slakken en andere smulpapen opgegeten, maar in de bladoksels zaten jonge uitlopers die toch wat eetbare blaadjes beloofden!
Zelfs de rabarber, die in de herfst al op sterven na dood had geleken, verraste me met frisrode nieuwe knoppen.
En - als beloning voor mijn tuinverwaarlozing? - ik had oogst.
Verse prei en koolrabis op dag 3 van de lente!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten